In Het Parool van 17 februari 1967 trof ik deze paginagrote advertentie aan. Hierin verblijdt De Bijenkorf Amsterdam met maar liefst 26 collecties per jaar. Fast fashion avant la lettre. Toch duurde het nog tot begin deze eeuw voordat fast fashion dankzij labels als Zara en H&M echt doorbrak. Wat ging er mis bij De Bijenkorf eind jaren ’60?
Mijn hypothese is dat de afdeling commercie van De Bijenkorf zich wel de klantwaarde van fast fashion realiseerde, maar dat zijn back end – het NPD-proces en de supply chain – er nog lang niet klaar voor was.
Niet zo gek ook. Om de belofte van 26 collecties per jaar te kunnen inwilligen, zul je bijkomende risico’s van te veel en te weinig aanvoer heel goed moeten beheersen. Zo niet, dan vraag je om overvolle zolders en ontevreden klanten.
Ik durf te veronderstellen dat de time to market bij De Bijenkorf destijds zomaar een half jaar bedroeg. Ga er maar aanstaan: een half jaar van tevoren exact voorspellen hoeveel je van een nieuw product gaat verkopen.
Succesvolle fashion retailers van nu realiseren zich het belang van snelheid en flexibiliteit en weten hoe dit te realiseren dankzij onder meer conservatieve inlading (structureel te weinig), strategisch geplaatste (lokale) overcapaciteit, verticale integratie, specialisatie en postponement.
Bovendien weten ze wanneer responsiviteit niet van belang is en pakken ze daar hun efficiency. Het resultaat is hoge klantwaarde tegen lage kosten. De service-paradox doorbroken. Service blijkt geen afweging, maar een keuze.