De complexiteit van Supply Chain is velen boven het hoofd gestegen. En kom daar maar weer eens bovenop. Het goede nieuws is dat veel, zo niet het merendeel, van deze complexiteit zelf gecreëerd is. En wat je zelf creëert, kun je natuurlijk ook zelf stoppen.
Stel je eens voor: een wereld waarin variatie ontbreekt. Zowel vraag als aanbod zijn stabiel en dus volstrekt voorspelbaar en betrouwbaar. Capaciteit en vraag zijn eenvoudig op elkaar af te stemmen, van congestie en leegloop is geen sprake. Hoe eenvoudig zou dat zijn? Dankzij eerst Henry Ford en later Taiichi Ohno is de automobielindustrie behoorlijk in de buurt gekomen. Misschien is de autoproductie nog wel ingewikkeld, maar (in normale omstandigheden) niet langer complex. De reden? Variatie ontbreekt.
Variatie is één van de belangrijkste bronnen van complexiteit. Complexiteit tegengaan lijkt dus simpelweg een kwestie van rigoureus elimineren van variatie. Exact zoals de automobielindustrie al succesvol heeft bewezen.
Helaas ligt de werkelijkheid iets genuanceerder. Anders dan in de automobielindustrie (met high volume/low mix), moet met name in omgevingen met low volume/high mix serieus rekening worden gehouden met chronische restvariatie. Bovendien kan het, in het belang van de klant, noodzakelijk zijn variatie te accepteren (denk aan seizoensproducten). Het kan in sommige gevallen zelfs voordeel bieden om zelf variatie toe te voegen. In dergelijke gevallen is sprake van zogenoemde ‘goede’ variatie. Naast het elimineren van ‘slechte’ variatie, moeten we dus ‘goede’ variatie herkennen, accepteren en organiseren.
Om te kunnen omgaan met die slechte en goede variatie ontwikkelden wij de Schijf van Vijf. Deze schijf is gebaseerd op de grondwetten van supply chain physics en bevat 5 richtlijnen die als doel hebben complexiteit effectief te beheersen om bedrijfsdoelen te realiseren. De 5 onderdelen van de Schijf van Vijf zijn: